De eerste stap is het sensorisch geheugen. Dit vindt vooral onbewust plaats en kan veel waarnemen. Het kan zelfs meer informatie waarnemen dan dat we kunnen gebruiken. De belangrijkste functie van het sensorisch geheugen is dan ook om te bepalen welke informatie jouw aandacht verdient en belangrijk is voor de volgende stap. Dit geheugen kan 12 tot 16 items onthouden gedurende ongeveer een kwart seconde. Het sensorisch geheugen geeft focus en helpt je om je te concentreren.

De tweede stap is het werkgeheugen. Het werkgeheugen gebruik je bewust en kan informatie maar tijdelijk (20-30 seconden) vasthouden. Wil je nieuwe informatie kunnen onthouden dan zal je daar betekenis aan moeten geven, zodat je het kan koppelen aan iets wat je al weet. Naar mate je steeds beter in staat bent om informatie patronen te herkennen, wordt het makkelijker om nieuwe informatie te kunnen plaatsen.

De derde stap is het langetermijngeheugen. Het lijkt alsof het langetermijngeheugen eindeloos veel informatie kan bevatten. Het langetermijngeheugen is als het ware een netwerk van verbindingen met informatie. Men gaat er vanuit dat informatie (feitelijk, meningen, herinneringen etc.) dat daar is opgeslagen, daar permanent blijft zitten. Wanneer je informatie bent vergeten heb je het te lang niet gebruikt, waardoor je niet meer weet hoe je het in je bewustzijn kunt activeren.